De gevolgen van pesten

Gepest worden kan traumatiserend zijn.

We weten en vinden allemaal dat pesten niet acceptabel is. Toch blijft pestgedrag een moeilijk uit te bannen probleem, ondanks alle pestprotocollen op scholen en in de werkomgeving. Maar liefst 1 op de 14 kinderen wordt wekelijks gepest. Dit concludeerde hoogleraar ontwikkelingspsychologie Bram Orobio de Castro in 2018, na aanleiding van een gezamenlijk onderzoek van vijf universiteiten.

Psychische en lichamelijke klachten als gevolg van pesten
Ik heb me uitvoerig verdiept in de behandeling en herstel van gepeste jongvolwassenen.
Vaak worstelen zij met psychische klachten, waaronder:

  • een negatief zelfbeeld
  • aanhoudende stress
  • ernstige onzekerheid
  • angsten en paniekaanvallen
  • heftige emoties of juist emotionele vlakheid
  • concentratieproblemen

Fysieke klachten waarmee gepeste jongvolwassenen kampen, zijn onder meer:

  • buikpijn
  • hoofdpijn
  • verkrampte spieren

 

Aanhoudende gevolgen

Veel gepeste mensen zijn al blij als het pesten stopt. Ze brengen hun psychische klachten niet in verband met het pesten, en bagatelliseren hun verdriet erover. Het is al jaren geleden. Nee, dat kan geen rol meer spelen, wordt gezegd. Meestal stoppen ze het gewoon weg, en gaan ze over tot de orde van de dag. Maar de angst en paniek kunnen ineens in alle hevigheid naar boven komen wanneer iets (een zogenaamde ‘trigger’) hen aan het pesten herinnert. Het trauma heeft zich vastgezet in hun lichaam en de kenmerken van pestgedrag zijn in hun geheugen gegrift: alles wat enigszins op dergelijk gedrag lijkt, of associaties oproept met de omgeving of situatie waarin het pesten plaatsvond, kan een trigger zijn voor de angst en de paniek.

Vals alarm
Door de paniek schatten ze de situatie of de bedoeling van de ander verkeerd in, deze onjuiste waarneming blijft dus ook in de volwassenheid. Veel voormalige pestslachtoffers schieten dan onmiddellijk in de overlevingsmodus wanneer zij een trigger opmerken die hen herinnert aan die periode, of reageren op een manier die niet bij de situatie past.

Als jonge kinderen
Voortdurend ‘aan’ staan
“Ik sta altijd aan,” hoor ik regelmatig van mensen die gepest zijn. Als je altijd aan staat, raak je gemakkelijk overbelast. De spanning hoopt zich op en slaat naar binnen, of uit zich door agressief en destructief gedrag. Cognitieve gedragstherapie heeft onvoldoende effect in dit soort gevallen, omdat de angst en paniek buiten de controle van de ratio vallen. Om tot herstel te kunnen komen is het nodig om een andere route te nemen: niet via het verstand maar via het lichaamsbewustzijn. Daarom is mijn aanpak lichaamsgericht. Wat dit inhoudt kun je lezen op de pagina Visie & Werkwijze.